Na een uitspraak in mei 2019 ontstond in Nederland de stikstofcrisis, een crisis die tot op de dag van vandaag nog altijd vraagt om nieuwe oplossingen voor Nederland, en niet alleen in de agrarische sector. De stikstofbelasting is nergens zo groot als in Nederland en in alle sectoren moeten emissies de komende jaren fors terug om te kunnen voldoen aan de nieuwe landelijke stikstofreductiedoelen. De overheid heeft hiervoor een nieuw stikstofbeleid opgesteld en dat heeft gevolgen voor nieuwe plannen, projecten, bestaande bedrijven en nieuwe bedrijven.
Mogelijke vergunningsplicht
Iedere activiteit waarbij sprake is van stikstofuitstoot kan de natuur belasten door bijvoorbeeld de NOx-emissie vanuit het verkeer, (stook-) installaties of door ammoniakemissies (van o.a. veehouderijen). In de basis is hiervoor een vergunning “Wet Natuurbescherming” nodig. Dit geldt voor nieuwe situaties, maar ook voor bestaande situaties! Voorbeelden van situaties waarvoor u een AERIUS-berekening moet aanleveren zijn:
- Bestaande bedrijven inclusief bedrijven waar wijzigingen gaan plaatsvinden (bij oprichten of veranderen);
- Bouwplannen (bij nieuwbouw en ver- of uitbouw);
- Bestemmingsplanwijzigingen;
- Vergunningsplichtige evenementen.
Bestaande situaties
Veel bestaande bedrijven krijgen, ondanks dat men jarenlang te goeder trouw gehandeld heeft, mogelijk ook te maken met de vergunningsplicht. Niet alleen Schiphol of Tata Steel hebben hiermee te maken, maar ook kleinere MKB-bedrijven die nabij Natura 2000 gelegen zijn, kunnen mogelijke effecten veroorzaken en daardoor vergunningsplichtig zijn.
Een vergunningsplicht kan veel gevolgen hebben voor de continuïteit van uw bedrijf. Laat daarom onderzoeken wat de stikstof effecten zijn en wees voorbereid.
Intern salderen
De oplossing zit in veel gevallen in het intern salderen. Er geldt namelijk geen vergunningsplicht als een plan of project al bestond op de referentiedatum. Bij een bestemmingsplan of omgevingsplan is de feitelijk bestaande en planologisch legale situatie, voorafgaand aan de vaststelling van het plan, de referentiesituatie. Bij overige activiteiten (projecten) kijkt men naar de referentiedata van de omliggende Natura 2000-gebieden. De lastigheid hierbij is dat men in veel gevallen moet terugkijken naar eerder verleende milieutoestemmingen. De meeste Natura 2000- gebieden zijn aangewezen in de periode van 1994 tot 2004 (of later). Welke referentiedatum voor uw project van toepassing is, is afhankelijk van de effectafstand van de stikstofdepositie van uw project.
Wij kunnen uiteraard onderzoeken of de eerder verleende milieutoestemmingen van uw activiteiten ingezet kunnen worden voor interne saldering.
Andere oplossingen?
Mocht er te weinig “wisselgeld” zijn voor het intern salderen, onderzoeken we de mogelijkheden van andere oplossingsrichtingen zoals: het reduceren van emissies of eventuele mogelijkheden van extern salderen. Bij extern salderen wordt de stikstofruimte overgenomen van een bedrijf dat geheel of gedeeltelijk stopt.
Daarnaast houden we de ontwikkelingen t.a.v. het nieuwe stikstofbeleid nauwlettend in de gaten. Momenteel wordt door de overheid gezocht naar oplossingsrichtingen zoals: stikstofdepositiebanken. De juridische haalbaarheid van de oplossingsrichtingen is in veel gevallen nog onduidelijk.
Gezien het feit dat men ook de landelijke stikstofreductiedoelen wil nastreven, kan men er in het algemeen van uitgaan dat de ontwikkelingsruimte voor bedrijven beperkt is. Ontwikkelingsruimte voor bedrijven is schaars en wordt de komende jaren alleen nog maar schaarser.
Wacht niet af, maar kijk vooruit
Op dit moment kunt u al in beeld brengen wat u nodig heeft. Ook voor bestaande bedrijven is het nu dus het juiste moment om de stikstofeffecten te onderzoeken. Een AERIUS berekening geeft uitsluitsel of u te maken heeft met een vergunningplicht of niet.
Interesse?
Stuur dan een e-mail naar: milieu@vanempelinspecties.com met uw contactgegevens en vermeld uw vraag over stikstofdepositie. U kunt ook telefonisch contact opnemen via: 088 1700 100. We helpen u graag!